Vaststelling van de velduitrusting voor officieren en minderen yan het Nederlandsch-Indische Leger. CLXVI A1 gem een e order voor liet Indische Leger. 1912 N°. 21. 1. Mits deze wordt de velduitrusting vastgesteld als volgt: A. Officieren, onder-luitenants en Adjudanten-onderofficie r. Bewapening 1. Revolver of zelflaadpistool met toebehooren en re vol verhoordingericht tot gebruik van model munitie. 2. Munitiei 8 patronen bij de revolver, 8 houders bij het zelflaadpistool. 8. Sabel: Voor de onberedenen de gebruineerde marechaussée-sabel, voor de beredenen de cavalerie- sabel, beide met zwart lederen scheede en gordel of koppel. Kleeding 1. Bovenkleeding: Jas en pantalon van de veldtenue. 2. Hoofddeksel Bamboehoed Pet van de veldtenue.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1916 | | pagina 182