CLXVIII van naam, voorletters, rang, wapen of dienstvak, in witte letters; buitenwerks metende 80 X 40 X 40 cM.dan wel 2 ijzeren of stalen koffertjes, buiten werks hoogstens metende 61 X 40 X 28 cM. en voorzien van dezelfde aanwijzingen; 12. een veldklamboe; 18. een stuk waterdichte stof, lang 2 M.breed 0,75 M.; 14. een noodverband; 15. een veldbed met toebeh.hoogstens wegende 15 KG. en waarvan de afmetingen, dichtgevouwen niet meer bedragen dan 1,10X0,25X0,25 M. 16. een noodration; 17. een zaklantaarn. Bovendien Voor de onberedenen: een veldtasch. Voor de bereden officieren: een harnachement als aangegeven in de A. O. 1902 N°. 161 (marsch- tenue) (1). Voor de officieren van den Generalen Staf en a la suite van dit dienstvak: 1 curvimeter en 1 Smalkalder patent-boussole. Voor de officieren enz. van de Genie en a la suite van dit wapen (1) Voor de volledige beschrijving zie genoemde A. O. De hoofdonderdeelen van het harnachement zijn: 1. het halsterhoofdstel 2. de zadel met toebehooren (Eng. model); 3. het paardedekje; 4. de zadelzakken •5. de kaartentasch 29 cM. lang, 19 cM. breed; 6. de paktasschen (alleen voor officieren van de Cavalerie). N.B. Alles ongekleurd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1916 | | pagina 184