CLXXX.I
En mocht eenmaal de oorlogsfakkel
Weer blaken aan het Dietsche strand,
En -vreemder dwang u weer bedreigen,
U, vrijheid van ons vaderland,
Dan zouden wij, dan zouden wij Cadetten toonen
Dat 't oude bloed nog in ons vloeit!
Dat liefdevuur voor Nassau's helden j
Nog steeds in onzen boezem gloeit! i 2 maal-
Komt, wapenbroeders, Neêrland's zonen,
Door 'tzelfde levensdoel verwant!
Met heilig vuur bezield voor 't ééne
Verknocht aan 't zelfde vaderland!
Komt zweert met ons, komt zweert met ons
[dan deze woorden
Zweert: „Trouw aan Koningin en Land!"
Zoo God het wil zij dan ons leven
Eenmaal deez' duren eed tot pand! 2 maal.