9 Ze zaten om den Engelschen haard en niemand zei iets. Charlotte leunde tegen hem aan en Ma zat aan zijn linkerhand en de zusjes daarnaast. Niemand wist iets te zeggen. De groote klok in den gang zeurde dof eentonig, de pendule in de kamer riktikte haastig jagend; weer een secondeweer een minuut. Elk kwartier pijnigde die groote klok met een heldere toon en elk uur tjingelde haastig de pendule en bromde langzaam de groote klok na. Nu nog één uur Ze hadden niets meer te zeggenze durfden niet storen de stilte van eikaars smart. Ze waren bang, dat het trillen van hunne stemmen hem verraden zouwat ze voeldenhoe ze leden. En hij moest immers sterk zijn. Hij durfde ook niets zeggen, want hij voelde, dat zijn stem zou beven en hij was zoo bang, dat ze 't hooren zouden. En wat moesten ze ook zeggen Star staarden ze in 'tvuur. Soms lawaaide van de overkant van de stille straat over, het feest rumoer daarginds. Arnoldt Schmidt ging ook weg vanavond en ze vierden zijn afscheidsfeest zingend vaderlandsche liederen Weer rinkinkte de groote kloknog drie kwartier. Ma kon niets zeggen en Charlotte ook niet en dej zusjes ook niet. Ze durfden niet huilen en ze durfden niets zeggenze durfden niet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1916 | | pagina 215