AAN I
6 Maart.
En zy heeft toegestemd
Toen heb ik gevoeld
in mijn ziele diep, beven,
Een juichende jubel,
een weelde immens,
een huivrig vibreeren
't geluklichte leven
Verscheen m'n een glans
van zonweelde intens.
April.
Ik leefde in een roes van verrukking
En mijn extase was als een groote, groote vlakte
waarop de zon schoon gloeid' in guld'en
[purpren glans
Waar vlinders dartel stoeiden
in zongekoesterd Eden,
Kleurend de lucht met hun kleurigen dans.
Dan was 't m' of ik schreed
door mystiek hooge dreven.
Van mathematische
rijing en kleur