17 roes, niet kunnende weerstand bieden der demo nische kracht. En toch weet hij, dat het een dwaallicht is Het loopen wordt hem moeilijker, bij iederen tred zinken zijn voeten dieper in 't moeras en hij roept het licht, roeptmet angstige stemmaar zachtsmeekend sleept het hem mee, steeds verder het moeras in, tot eindelijk hij niet verder kan. Thans ziet hij in, dat het te laat is om terug te keeren. OGodHelphij zinkt helpom Godswil help Smeekend strekt hij de armen uit naar het lichtSlechts een holle spotlach klinkt ten antwoord, akelig galmend door den bangen nacht. Het dwaallicht heeft zijn doel bereikt. Steeds dieper zinkt hijstarend met glazigewijd opengesperde oogen naar het dwaallichtdat lang zaam verdwijnt in de verte Nog slechts een hand steekt uit boven het moeras, een menschenhandvuil van modder met akelig gekromde vingers, getuige van den dood strijd. En ginds zweeft het dwaallicht en zoekt een nieuwe prooi. Ru. 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1916 | | pagina 225