MEI-DOOD. Hoe vreemd, dat bloeien de seringen In lentelucht, van liefde zoel, Dat alles gaat van Zomer zingen, Wijlikmijnhartestervenvoel. Hoe vreemd is 't blauw van de Glyzenen Jouw oogenbloemen sluim'ren koel En dat mijn hart niet brèekt van weenen Nu ik het in me sterven voel Mijn hart is een speeltuig, gespannen de snaren, Waar doorhéén wordt gewoeld met scherpe scharen Dat ze knappen en springenelk geeft nog één toon Zóó hard en zóó valsch, dat het klinkt als een hoon Maar 'k heb wel gezien je betraande oogen, Ik heb wel gezien je hoofdje gebogen: Al zal je van hèm zijn, je hart is koud, En ik, ik wéét dat je toch van me houdt! HilversumMei 1915. Max.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1916 | | pagina 243