AVONDSTEMMING.
Ik loop in den avond te dwalen
Door 't sombere sparrebosch
En hoor slechts mijn eenzame voeten,
Die stappen over het mos;
Héél ver zie ik uit op de heide
Waar alles en alles bloeit,
En in me voel ik mijn Weemoed,
Die altijd en altijd groeit
Ik sta in de verte te turen
En 'k houd in m'n handen mijn hart,
Dat jij toen eens hebt laten vallen:
Nu schreit het nog stil van de smart
Ik zal het je toch maar weer geven
Het is zoo zwak en zoo rood
Ach, laat het nu niet weèr vallen,
Want dandanmaakjehetdood.
Breda, Juni '15.
Max.