AVONDSTEMMING. Ik loop in den avond te dwalen Door 't sombere sparrebosch En hoor slechts mijn eenzame voeten, Die stappen over het mos; Héél ver zie ik uit op de heide Waar alles en alles bloeit, En in me voel ik mijn Weemoed, Die altijd en altijd groeit Ik sta in de verte te turen En 'k houd in m'n handen mijn hart, Dat jij toen eens hebt laten vallen: Nu schreit het nog stil van de smart Ik zal het je toch maar weer geven Het is zoo zwak en zoo rood Ach, laat het nu niet weèr vallen, Want dandanmaakjehetdood. Breda, Juni '15. Max.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1916 | | pagina 244