56 Poëtisch en prozaïsch tevens Is 't beeld dat Klaas al droomend ziet 'tls hoe hij thuis z'n groot verlof geniet En lekker uitmaft in z'n donzen bed Een ratel!'tis de aschraan maar! Nee-toch! het is de Academie-ratelaar. Ratelaar! o ratelaar! Zoo stoor je onze schoonste droomen Op 'tpunt dat z'in vervulling komen En geeft den „gulden" morgenstond De ruwste woorden in den mond. Maar eens per week, o ratelaar Zijn wij je welgezind. Als 't elftal speelt, dan ratel maar, Dan ben je onze vrind: Hoe meer lawaaihoe meer misbaar 't Helpt voor de tweede twintig jaar Kooi. i

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1916 | | pagina 268