je vanavond. Zeg, Alex, wat jij, is dat niet net
wat voor hem? Toe, kom even hier, dan zal ik
je zeggen wat
Een plotseling geluid van teruggeschoven stoelen
gerinkel van degens, en allen groetten voor een
blonde, jonge dame, die in vroolijk schertsend
gepraat met een jongen man, langs de tafeltjes
kwam.
Ze knikte het groepje cadetten vriendelijk toe
met een lichte buiging van haar mooi, blond
kopje; babbelde toen levendig door.
„Zeg, wie is dat ook weer?" wendde zich Alex
tot Henk.
„Dolly van Oudenaerde," antwoordde Henk
onverschillig.
,,'n Prachtkind, zegVindt je niet Is ze verloofd
„Ik geloof 't welVoor een paar maandjes,
denk ik."
„Hoe bedoel je dat? Is 'teen flirt?"
„Needat niet!Maar ze weet
niet wat „liefhebben" is. Dat is trouwens heel
lastig!" spotte Henks stem.
„Ja, dat is 't zeker! Tenminste als je 't te diep
zoekt!En daarom zoek ik de liefde maar
aan de oppervlakte, wat jij, Alex?" lachte Eddy.
André zei niets. Zijn oogen staarden nog naar
de plaats waar hij Dolly had zien verdwijnen
tusschen de menschen. Waarom moest hij haar
nu weer zienen zóóvroolijk en schertsend
met een anderWat kon die ander haar
meer geven dan hij? Was de liefde van hem,
André, niet zóó groot en zóó waar als geen ander
O I