69
André zocht Henks blikEven zagen
hun oogen in elkander en die zachte, medelijdende
en troostende glansdie schemerde in Henks blik
deed een zacht-schreiende droefheid komen in zijn
zielMaar dat wilde hij niet! Dat was
voorbij nuvoor goedDat vervloekte ge
voelige hart van hemdat akelig-sentimenteele
dat meisjesachtigemeisjesachtige, was dat
meisjesachtig, lachte het sarcastisch in hem!
Q, er uit moest datuitgerukt uit zijn
zielgevoelloos moest hij worden
een bruutals die anderen! Metkort-nijdige
stem riep hij den kellner tot zich. „Een borschil!"
Zijn zenuwachtige vingers grabbelden een sigaret
uit het doosje vóór hemhij stak haar aan
Toen, gemaakt-kalm tot Eddy: „Wat bedoelde
je daar-net met dat prachtige voor vanavond?"
„O ja, kom dan hier."
x\ndré stond op, ging naar Eddy. Een oogen-
blik fluisterde haastig Eddy's stem, af en toe
onderbroken door een zacht gelach dat zijn oogen
deed worden tot smalle spleetjesAndré
luisterdeantwoordde met weinig woorden
lachte luid-op, gemaakt-luid-luchtig
En Henks blik zweefde over het kleurig
beweeg der menschen op den strandboulevard
schijnbaar onverschillig voor het zachte gesprek
naast hem
André ging terug naar zijn plaats.
„Dusafgesprokenhè Vanavond om half twaalf
réunie in de Kurhausbar en daarna„hony
soit qui mal y pense."