LXX1X
Wij bleven alleen achter in nog kleiner kring.
Hebben we hen benijd? Sommigen wel, onge
twijfeld. Anderen nietwant de mobilisatie
had heel veel nieuwe kennissen gebrachtwaaronder
zeer aardigeEn de vrijheid was ongekend
groot enscheiden doet lijden!
Hoe het ook zij, wij bleven.
We zagen de dagen weer lengen, we zagen de
lente ontwaken, de zomer naderen
1 Juni werden óók wij teruggeroepen naar Kila-
cadmon.
Het was een heerlijk-zomersche dag, toen we
gepakt en gezakt te Breda ons uit den trein lieten
vallen en door het Valkenberg naar ons aloude
„home" wandelden.
Het was alles als vroeger. De stad was rustig
en stil zonder veel militair beweeg. We naderden
Kilacadmons poorten. Daar leverde de vlag van
de veldpost het bewijsdat de toestand toch niet
„gewoon" was. De buitenwacht was bezet door
cavaleristen. Een huzaar, bajonet op de karabijn,
bracht ons het eerbewijs. De brug klonk nog even
hol als altijd, de binnenpoort was niet veranderd,
maar toen we het voorplein betraden, toonde de
vlag der Cavalerie-Brigade ons dat één der weinige
leerzalen waar 's winters nog kachels hun aange
name warmte verspreiddentot Staf kwartier was
gepromoveerd.
De schermzaal was herschapen in een veldpost-
kantoor. Zaal 2 (Ozalige herinneringen aan Hoogere
Meet bij kachelwarmtewas wachtlokaal.
Maar het oude hoofdgebouw zelf was niet vgr-