LXXXY
De leerlingenCadetten genaamdvoorzagen
zelve in hun onderhoudzij woonden o. a. op kamers
en het was duszooals de tegenwoordige Cadetten
zeker zullen zeggen: „met recht de goede oude
tijd".
Intusschendie school voldeed niet ten volle.
De koning wenschte een „hoogere militaire school
^oor alle wapens, en het was vooral de jeugdige
Prins Frederik, die aandrong op intemeering
kazerneering van de cadetten.
In hoofdzaak werd met dien maatregel beoogd:
naast het bevorderen van een beter toezicht op de
leerlingen, het verminderen van de opleidings-
kosten voor de ouders en het wegnemen van het
groote verschil in uitwendige levensomstandig
heden, dat zich maar al te zeer openbaarde zoo
lang de Cadetten buiten het schoolgebouw woonden
en ieder hunner voor eigen rekening en naar eigen
vermogen in zijn behoefte kon voorzien.
In 1826 kwam er een koninklijk besluitwaarbij
de oprichting van de K. M. A. te Breda werd
gelast.
De Academie zou worden de eerste militaire
inrichting in Europa, waar de krijgskunst in haar
geheelen omvang en op wetenschappe-
1 ij k e grondslagen voor de aanstaande officieren
van alle wapens werd onderwezen.
Wèl mocht dus prof. Bosscha de inwijding van
zoo'n inrichting een gebeurtenis van gewicht
noemen.