LXXXVIII
Do eerste levensjaren van de Academie waren
voorspoedig.
Het aantal cadetten was aangegroeid tot 290 en
ruim 50 hadden reeds hun bestemming bereikt
tot de gebeurtenissen van het laar 1830 plotseling
alle goede verwachtingen kwamen verstoren.
De Academie werd geschorst. De officieren en
ook eenige burgerambtenaren traden in de
gelederen.
Van de cadetten keerden die uit België daarheen
terug; van de Noord-Nederlandsche werden de
jongeien naar hun familiebetrekkingen gezonden
de ouderen bij het leger ingedeeld.
an Diatsten hebben er 4 het geluk gehad
zich te velde zóó te onderscheiden, dat zij het
ridderkruis voor MoedBeleid en Trouw verwierven
nog voor zij den officiersrang hadden bereikt
Eerst op 1 November 1836 kan de cursus worden
er vat. Aan het hoofd werden toen gesteld als
Gouverneur en als Commandant twee mannen
wiei namen onafscheidelijk verbonden zullen blijven
aan de geschiedenis dezer Inrichting, Seelig en
Delprat 2 hoofdofficierendie o. m. op de citadel
van hun bekwaamheden te velde hadden doen
blijken. Seelig was Ridder 3de klasse in de Mi
litaire Willems-orde.
Hun bestuur, dat 16 jaren duurde, bracht de
Academie tot grooten bloei.
Waai ik beloofd heb kort te zullen zijn, kan ik
onmogelijk uitwijden over de verdiensten van die
hooge officieren. Genoeg zij het te vermeldendat
door hun toedoen de kundigste onderwijskrachten