s
_a!
Bedremmeld keek onze cadet of er zat,
Op zijn gelakpunte schoenen geen spat.
En de wangetjes zacht, die wangetjes zoo fleurig,
Van dat meisje dat liep met „haar cadetje" zoo keurig,
Die wangetjes kleurden tot in haar nek,
En nooit liep ze meer met die cadetjes zoo „keek".
Brommer.
C. S., 3 Oct. 1916.
BLADVULLING.
Heel, heel lang geleden
Zat ik aan haar zij.
Ach, waar zijn die tijden
Lang, lang reeds voorbij
Eenmaal was het vreugde
Liefde, rein en teer
Ach, waar zijn die tijden
Nooit zag ik haar weer.
Willy.
Breda28/10-'16.
156