i De Schildwacht. Stil en groot ligt de hei te trillen in het felle zonlicht. Versuft door de hitte en eentonigheid van die hei-warme vlakte, staat een eenzame schildwacht op een hoogte, stil turend zonder iets te zien, zonder te bedenken of te be redeneeren, waarom hij daar staat. Dat denken heeft hij verleerd in de twee laatste jaren van groote eentonigheid en gelijkmatige sleur van grensleven van leven in kleine gehuchtjes, waar arme boerenmenschjes zonder groote emoties en mooie gedachten leefden het leven van afgestompte werkers. Daar aan de grens heeft hij verleerd om te denken daar heeft hij zijn jonge levenslust van krachtigen man voelen wegzinken. Hij had er tegen geworsteld met al zijn kunnen en toch is het gekomen het doffe suffe gevoel, geboren uit verveling en eentonigheid, waar hij alleen uit opschrikte als hij voor een paar dagen terug was, thuis, bij zijn eigen familie. Maar ook daar voelde hij, dat hij de kracht en energie verloren had om zich op te richten en iets anders te doen dan machinaal de orders op te volgen. Hij verlangde dan weer terug naar zijn dienst aan de grens, naar het herhaal delijk weer suffe op post staan, wachtend en nog eens wachtend of de groote oorlog ook in zijn landje komen zou. Stil staat hij daar te turen, zoo nu en dan omkijkend naar het wachtlokaal in de verte, verlangend om afgelost te worden, om te kunnen slapen en te vergeten het machtelooze van zijn strijd tegen zich zelf. Infanterist. n 27/7 - 16. 157 s

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1917 | | pagina 191