s s Srb F antast. Er is weinig oplettendheid, een enkele maar heeft de vereischte aandacht. De anderen zijn er niet bij, zie maar hun fantasieën. 167 In een les, als de woorden van m'n leeraar geleidelijk worden als de tikken van een klok, als het ratelen van karren, als m'n gedachten stijgen van uit het lesgedoe tot in een nevelig wereldje van waan, dan bezie ik mezelf wel vanuit dien onwereldschen hoek. Dan denk ik me mijn eigen bestaan een en al onzinnigheid, de wereld, waarom waar toe waarvandaan en als ik me dan zie zitten in zwarten schoolbank in grijsgroen jasje, iemand in uniform en met een krijtje vóór me, dan zou ik in m'n nevelig wereldje het uit kunnen schateren van malzinnige vroolijkheid. Zie ze daar zitten in rijen in de bankjes, kijk naar die hersentjes, volgepropt met integraaltjes, lange formules kris en kras overhoop en glinsglansterend charmante minne-ideetjes, die onverwacht onder 't college aankloppen en aandacht vragen van 't grijsgroen-omjaste. De linksche berekent den trein, die hij nog halen kan, als de inspectie vlug afloopt dan is er een, die in ge dachten een brief afmaakt een volgende steunt tegen het toestel, dat warmte moet geven en denkt aan de step op 't laatste bal en zoo is het bijna met allen één zit er in strakke aandacht en marcheert rond met z'n formules. Maar let nu op, de beelden zijn nog scherp. Ring, reng, kilts, klats, open de deur, geeft acht, gouden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1917 | | pagina 203