K
ai
c.
Jopie.
Vlindertje".
18/4-16.
168
raag, de klas present, bezig met noem maar wat,
't ontloopt elkaar weinig.
Weg trein, weg brief, weg balzaal met lustig wijsje en
gloeiende step. Wat een rommel in die hersens bladzijde
in t boek, wat doet ie ook weer, geef een stoel, puuh, wat
zijn ze ongerust
Maar 't eerste slachtoffer ben ik, ik weet niets, ik heb
m n schrift vergeten, ik sta er op.
Ik kende een aardig meisje,
Dat lachte en danste en sprong,
Ik mocht haar zoo gaarne lijden
Zij lachte en speelde en zong
Zij fladderde steeds verder,
Mij liet ze niet met vree,
Toen moest ik haar wel volgen
En eindelijklachte ik mee