3 Moraal; 181 De zomerbloemen droomen en trillen op een zucht. Er hangen zware doornen van liefde in de lucht. De kelken, smachtend open, verlangen naar een bij. Er zingt in zomerzoelte een vreemde melodij. 'k Kan in je oogen lezen een stil geheimenis Wie heeft het toch geschreven, dat Liefde zonde is Breda, Mei 1916.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1917 | | pagina 221