3
„Ja, Thera, natuurlijk, een heele poos lachte hij. U
„En, Dolf, zeg me eens héél eerlijk, wat heeft Bertie
tegen jou gezegd
Stil wachtte zij, nu ze eindelijk moed had gehad, te vragen.
Hij antwoordde, langzaam, en maar heel even, onmerk
baar voor haar, had zijn stem getrild
"Hij heeft me verteld, Thera, hoe héél veel hij van
je houdt wees altijd lief voor hem, bind hem door je
groote liefde. Hij heeft me gezegd, dat hij niet meer buiten
je kan.''
Cynisch bedacht hij, hoe goed hij er dit had afgebracht
hij was naar haar blijven zien, want immers hij wist wel,
dat zij toch haar blikken met op zou slaan. En even had
hij gezien, hoe hel haar oogen opglansden, of zich ver
grootten haar pupillen en hoe snel een kleur vaagde over
haar gelaat.
Toen schreden ze stil verder.
Hij stond nu aan den ingang van het station en zag na
de ranke, witte gestalte, die langzaam weer terug ging
door de zonnige straat, het donkere hoofdje gebogen, terwijl
beide haar kleine handen vast omklemden het groote Geluk,
dat voor haar gekomen was en dat zij bijna nog niet te
dragen vermocht
En toen hij weer zat in de kussens van zijn coupé,
vlijmde niet meer zoo fel de smart in hem op, maar was
in zijn hart die weemoed, die zacht maakt en week en
waarin bij het droeve nog iets gelukkigs is. Zijn leugen
was goed geweest. Weer zag hij die glans in haar oogen:
haar hart zou rond blijven dolen in die groote vreugde,
den geheelen dag, en langer nog misschien. Wat kwam
186