E
187
het er op aan, wat later komen zou Moest de mensch
niet altijd maar zijn vreugde kunnen nemen, gulzig en gauw,
om toch iets te hebben, later, een herinnering, die toch
nog rijk maakt soms, als de ellende gekomen is, die steeds
volgt alle geluk op den voet
En de schokcadans van den trein zong liedjes voor hem
van een moedig jong kind, dat ging door den lichten Mei
morgen, dragende in hare kleine handen het zoo zware
Geluk.
Max.
Breda, Juni '16.