-S 203 In dien nacht verzamelde zich het volk voor het paleis" en de stem van den man ging over hen heen en sprak „Dit is het leven, dat er voor den mensch iets onver gankelijk schijnt, wat een rimpeling is in een golf van de eeuwigheid. Er was een dag, dat dit rijk een Koning kreeg toen hij stierf, ging hij krom onder de macht die hem drukte, maar rechtop gingen de mannen die naar het graf hem droegen. Doch zijn zonen waren als boomen en de volken, die hen omringden, werden als struiken zonder licht. Maar eeuwig is het licht en vergangkelijk zijn de boomen. De macht is een gave van God, driemaal heilig is het hoofd, dat draagt de gouden kroon, maar buigen kunnen moet de hals die het hoofd wil torschen. En ziet, er is een kroon die wankelt en de hand Gods zal hem afrukken. In dien nacht vocht het volk met de wachters, de koperen sloten sprongen, de steenen zuilen spleten, hoog op joegen de vlammen. Toen de morgen kwam, was de Koning dood.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1917 | | pagina 243