226 Samen deelen. Luit. Ik weet niet of ik je een zes of een vier moet geven. JonkerGeef me dan een vijf, luit Bekentenis Van een sergeant I. D. Anklagen ist mein Amt und meine Sendung. Es ist das Herz, das gern beim Lob verweilt. Gijn Ik „verrek" van den honger. Hein Ik doubleer. Galgenhumor. Reveille om 4 uur voor groote oefening. „Morgen". „Móge, al zoo vroeg bij de hand Op het afgezwaaide Paaschüerlof. „Mein sohn, es ist ein Nebelstreif Een blauwtje. „Go to father", she said when I asked her to wed And she knew that I knew that her father was dead So she knew that I knew what she meant „when she said „Go to father". Zakgeldmisère. j-| „Faire bonne chère avec peu d'argent

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1917 | | pagina 268