29
Nederlandsch-Indiëhet theoretisch en practisch onderricht in den
velddienst met uitzondering van dat aan de cadetten der
cavalerie hier te lande zoomede voor het teekenen voor de
cadetten der infanterie en cavalerie.
(Geeft les in tactische oefeningen op de kaart, strategie en
kdjgsgeschiedems.)
J. G. Pabst, (20), Ritmeester der Cavalerie, voor de rij- en af-
richtingskunst, de paardenkennis en het paardrijden, het ge
deelte der tactiek, meer in het bijzonder betrekking hebbende
op de cavalerie, het theoretisch en practisch onderricht in den
velddienst aan de cadetten der cavalerie hier te lande, de
reglementen, de exercitiën en bijzondere oefeningen voor dat
wapen.
(Geeft les in paardrijden, cavalene-taktiek en rij- en africh-
tingskunst.)
H. J. A. Feber, (25), Majoor der Artillerie, voor de artillerie
wetenschap in haar vollen omvangvoorts zooveel de cadetten
der artillerie betreft de reglementen, voorschriften, exercitiën
en practische oefeningen voor dat wapen, benevens het recht
lijnig en het topographisch teekenen.
(Geeft les in de artillerie-wetenschap.)
J. C. Cramwinckel, (15), Kapitein der Genie, voor de genie
wetenschap in haar vollen omvang daaronder de toegepaste
mechanica en de geodesie, zoomede het landmeten en water
passen begrepen de daarmede verband houdende practische
oefeningen, benevens het rechtlijnig en het topographisch tee
kenen voor de cadetten der genie.
(Geeft les in versterkingskunst, hydrographie en teekenen.)
Officieren-Leeraren.
A. J. P. Zonnevijlle, Kapitein der Infanterie, in tactiek, strategie,
voorschrift velddienst en tactische oefeningen op de kaart.
J. H. Fruijt van Flertog, Kapitein der Infanterie, in tactiek, strategie,
en krijgsgeschiedenis, voorschrift velddienst en teekenen.