verblijf aan de Academie voor het cadettenkorps heeft gedaan.
Den leden der Roeivereeniging zal het bekend zijn, wie de
vereeniging nieuw leven heeft ingeblazen, wie de persoon was,
door wiens inspanning en moeite het mogelijk is geweest nieuw
kostbaar materieel aan te schaffen.
Naast het algemeen belang gingen den kapitein Van Heel de
particuliere belangen der cadetten zeer ter harte. Hoevelen stond
hij zelfs ongevraagd met raad en daad ter zijde Wist
hij, dat iemand hulp of steun noodig had, hij behoorde onder
de eersten die hielp en niet rustte vóór hij wist, dat die hulp
afdoende was.
En op welk een sympathieke wijze werd die hulp geboden
In allen eenvoud heeft de kapitein Van Heel de K. M. A.
verlaten, de hand drukkend dergenen, die hem sympathiek waren.
Met stille trom ging hij, niet uit onverschilligheid jegens ons,
wellicht uit vrees, bij een officieel afscheid te worden gehuldigd.
Van harte wenscht het cadettenkorps den kapitein Dudok van
Heel beterschap toe en blijft het zich aanbevelen in zijne zoo
gewaardeerde belangstelling.
R.
57