64
Dagorder van den Gouverneur d.d. 23 November 1916.
Het is mij aangenaam, aan het Cadettenkorps mijne tevreden
heid te kunnen betuigen voor de goede houding en de correcte
uitvoering van de oefeningen, bij de inspectie van Hare Majesteit
de Koningin op heden ten toon gespreid.
Ik vertrouw, dat de eer, door Hare Majesteit aan het Cadetten-
corps bewezen, eene aansporing moge zijn tot verhoogd plichts
besef en tot een streven om al uwe krachten in te spannen tot
het handhaven van den goeden naam der Academie.
Waar gij, cadetten, geroepen zijt reeds op jeugdigen leeftijd
uwe Koningin te mogen dienen, met het vooruitzicht later als
officier den eed van trouw aan Haar af te leggen daar twijfel ik
niet of gij zult steeds de Oranjevaan hooghouden om Haar te
beschermen, en bereid zijn om zoo noodig goed en bloed voor
het Vaderland te offeren, wanneer gij daartoe wordt opgeroepen
door Haar, die wij allen liefhebben en eerbiedigen Hare
Majesteit de Koningin.
Leve de Koningin