wel met regen, maar het ging om de goede stemming, en die was er. Niet dikwijls is een hoera zoo spontaan geuit, als dat, hetwelk de luitenant Schrek ons verzocht aan te heffen, voor onzen eersten beschermheer, den kapitein Dudok van Heel, voor onzen niet lang geleden, wegens te drukke werkzaamheden, afgetreden be schermheer, kapitein Jhr. Alting von Geusau, en ons jongste eerelid Nicolas. Hoeveel danken wij niet dien laatsten, die ge durende de laatste twee jaar, zijn uiterste krachten inspande, om de leden op te wekken, om het materieel in orde te houden en uit te breiden ende vervelende zaakjes voor anderen op het bureau op te knappen. Niet lang nog, luitenant Schrek, zijt gij beschermheer, maar wij weten, wat gij in een korten tijd reeds deed, we weten hoezeer uw laatste zomerverlof aan het nieuwe bootenhuis was gewijd, hoe weinig dit daardoor een verlof voor U was Veel is er geroeid dit afgeloopen jaar en veel tochten werden ondernomen, waarvan we nog in herinnering brengen die van de overnaadsche vier naar het Hollandsch Diep, en die van de heele vloot naar Oosterhout, op welke laatste tccht, kapitein de Ridder, met eenige dames en heeren, ons een zoo hartelijke ontvangst bereidde. We zouden kunnen blijven doorschrijven, het afgeloopen jaar levert stof genoeg, maar we moeten rekening houden, met de ons toegemeten plaatsruimte. We eindigen daarom, en we doen dit met een dankbaar hart, vol hoop en vol vertrouwen, dat onze vereeniging blijve voortgaan, op den ingeslagen weg. Dat zij leve de C. R. V. BredaOctober 1917. HET BESTUUR. 86

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1918 | | pagina 104