de woningwet hem nog langer met onbezwaard gemoed bewoon baar kon verklaren, m.a.w., we waren, niettegenstaande de vele pogingen, niet in staat, veel goeds op fotografisch gebied te leveren. En zoo ging dan het jaar voorbijen de jongste-jaartjes kwamen terug als oudste-jaars. De fotografenclub kwam weer tot stand en het bestuur werd gekozen. Aanvankelijk telde de club alweer eenzelfde luttel aantal leden als voorheen. Toen gebeurde het op een dag, dat twee der bestuursleden heel toevallig elkander eens ontmoetten en als uit één mond spraken beiden dezelfde gedachte uiteen gedachte, lang verzwegen, doch vurig gewenscht een gedachte, welke hun reeds vaak op de lippen had gebrand, doch steeds weer als onmogelijk had geschenen„Als we van de fotografenclub eens een corpsclub konden maken Van toen af aan werd er hard door ons gewerkt steeds werd dat ééne doel voor oogen gehouden, en, ofschoon de eene tegen valler soms ook struikelde over den anderen, voorzichtig stapten wij steeds hier overheen. Door tal van aanmoedigingen en voor beelden trachtten wij den naam van onze club, die helaas nooit erg hoog had gestaan, op te werken, en onze collega's te laten zien, dat de kunst, die ons zoo na aan het hart lag, ook wer kelijk haar bewondering waard mocht zijn en langzaam, heel langzaam, kwam er dan ook vooruitgang. Zoo werd dan eindelijk ons plan op een corpsvergadering be sproken maar neen, onze tijd was nog niet gekomen Het voorstel was nog te onverwachts geweestwe werden nog niet ten volle begrepen Toch kwamen we niettemin steeds nader aan ons doel het stroomde nieuwe leden toeonze heftigste tegenstanders veranderden in onze meest fanate ledensteeds gingen er méér stemmen voor ons op en toen, toen kwam er wéér een corpsvergadering, maar nü waren de kansen gekeerd, én met bijna algemeene stemmen werd ons voorstel er in ge„hoera"'d, en ons grootsche doel, dat aanvankelijk bijna een onmoge lijkheid had geleken, doch dat dag in dag uit, ondanks den velen 124

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1918 | | pagina 146