ft ft ft Stemming. Het was middag en de natuur was mild. Zachtkens ruischte de wind door de voorjaarsgroenende boomen. De zon goot goud haar licht Toen ben 'k neergeknield, alleen voor t hooge dat er was, en dat ik nooit begrepen heb, en 'k heb me klein gevoeld, verachtelijk nietig, vergeleken bij het groote, dat mijn ziel toen beheerscht heeft lang bleef ik in sprakelooze bewondering en toen ben ik opgestaan en heen gegaan, weg uit het bosch waar 'k met mijn ziel alleen was, en toen ik weer menschen zag, heb ik getreurd omdat ik voelde, dat er iets gebroken was van 't mooie P. 143

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1918 | | pagina 169