X
zonden teekening kon waarborgen. We Kopen dat de wel opge
nomen, werkelijk zeer verdienstelijke teekemngen in zwart, het gemis
in dezen jaargang van een kleurenplaat voldoende zullen vergoeden.
Professor de Josselin de Jong, was zoo welwillend, ons het
bijschrift bij het portret van den majoor Feber te verschaffen
de kapitein Jhr. Alting von Geusau verstrekte ons het „in memo-
riam" over onzen ouden „leeraar en vriend" Thijs.
De Almanak bevat dit jaar, ook voor velen, die reeds lang de
Academie verlieten, eene verrassing. Indachtig het versje:
Marietje Rijken welbekend,
Bij al de reünisten,
zijn wij er van overtuigd, dat dit keer ons jaarboekje ook
ingezien zal worden door onze vaders, en door nog anderen
dan zij wellicht.
Helaas moesten wij ook dit jaar van een onzer kameraden
het portret opnemen wij allen weten wat dat zegt. Uit de
weinige maar gevoelvolle woorden, door een der vrienden van
Van Meeteren, bij diens portret geschreven, blijkt, dat hij nog
niet vergeten is in zijn kring.
Wij zijn velen dank verschuldigd buiten enkelen hadden wij
het niet kunnen stellen. Eenigen echter verzochten ons, hunne
namen niet te noemen, daarom noemen we niemand allen die
ons hielpen, lezen hieruit onzen oprechten dank.
Ten slotte, een woord aan de nieuwe redactie.
Mochten wij slagen, mocht de moeite van velen beloond wor
den, dan krijgt gij een vol jaar tot voorbereidingbesteedt dit
goed, dan hebt ge den tijd dan slaagt gij zeker wij kunnen
nog slechts hopen.
14 Dec. 1 7. De Redactie.