ft
c.
Maar toch gesterkt door 't zien mij voort deed gaan. i
Nauw had ik haar bereikt en wilde smeekend,
Vragen, een oogenblik slechts m' aan te zien,
Toen. plotseling zich een afgrond scheen te oop'nen
Die d armen om mij sloeg mij vallend meetrok
Naar 't zwarte ruim vol duistr' angstfiguren
t Zonk dieper, dieper steeds in sneller vaart
Ontwaakte
148