Tegen lichtende hemelwolken, teekenen donkere bosschen zich af. Over de heiden en over de wouden heerschen de stilte en rust van het graf. Onder de trillende twijgen der boomen, over het grauwige blauw van de hei, is alles eenzaam, is alles verlaten, als was het alleen maar voor jou en voor mij. 'k zie slechts den gloed van je blonde haren, den glans van je oog vol geheimenis. Voel jij nu ook zoo sterk en innig, zeg Lieveling, wat verlangen is Mei '17. D. 157

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1918 | | pagina 185