s
mS
Laat me niet langer meer wachten, want ik word zoo
moe, en ik verlang zoo. Ik zal je binnenleiden in onzen tuin.
Met een lach op je gezicht, zul je de verafspiegeling zijn
van de schoone natuur, van alles wat we daar zullen vinden.
Heesters en struiken staan dan in hun groote pracht.
Weet, dat onze liefde dat alles doet groeien en bloeien.
Kom, in dien ziele-tuin
Ik wacht, nu, vroeger en altijd.
Breda, 20 October 1917.
H.
160