E S Aan En toen, op een middag, toen alles was warm en zonnig om mij heen, toen heb ik gezeten op mijn kamer, met mijn hoofd op de vensterbank geleund, in een zalig nietsdoen. 162 Vanaf het eerste oogenblik dat ik je gezien heb, heb ik je liefgehad. Midden tusschen de drukte van menschen, die al pratend en lachend aan tafel gingen, werd ik aan je voorgesteld. En toen je voor het eerst je mooie groote oogen naar mij opsloeg, en ik je lieve slanke figuur zoo vlak voor me zag, helder uitkomend in zijn eenvoud en lieftalligheid, toen is mijn hart opengegaan, en een trilling heeft mijn ziel doorschokt. Vreemde bekoorlijke invloed die van je persoon uitgaat Herhaaldelijk schrok ik op uit mijn gepeins, als ik merkte, dat mijn oogen rustten in stille verrukking op je lieve blonde hoofd, of zochten te ontmoeten de teedere zachte glans, die uit je oogen straalde. En met een blos van schaamte over mijn onbescheiden heid heb ik mijn oogen weer van je afgewend En ik genoot van allesvan al het zoo mooie en grootsche van de natuur om mij heen Zoo diep donker blauw en effen was de hemel Zoo rustig en kalm lag het donkere bosch voor me Zelfs geen lichte windzucht deed één blaadje trillen, en géén vogel waagde het met zijn lied de stilte van de patuur te verstoren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1918 | | pagina 190