mrb gemoed juist als hij en die hem ook daardoor zoo onzeg-' baar aantrok. Hij was toen jong en dol en hoorde zoo graag het heerlijk kloppen van zijn hart. Of 't liefde was Och, dat vraag je dan nog niet, qu' importe je bent jong, je hebt t leven hef en je droomt je geluk in de blauwe meisjes oogen. Als hij haar 's avonds in z'n armen nam en met haar naar al de sterren keek, dan was hij gelukkig en vroeg mets meer. Maar 't leven vraagt wel meer En 't kwam plotseling, onverwachts z'n vader verloor z'n fortuin, stierf kort daarna, zusters of broers had hij niet, z'n moeder had hij nauwelijks gekend. Oom Frans stond alleen in 't leven, zonder geld en met een vracht schulden. 't Studenten bestaan sloot zich voor hem, de jonge droom was uitgedroomd. En toen deed hij, wat niemand van hem verwacht had hij pakte aan, stevig en onverzettelijk. Hij nam afscheid van Jeanne, ze snikte, huilde, zwoer hem de heiligste eeden van liefde en trouw, zoodat hij toch nog blij de toekomst in durfde kijken, die hij zich in Indië had gedachten toen hij twee maanden in 't warme land was en er als een razende werkte, kreeg hij haar laatsten brief. Ze had zich vergist, 't Was een onbesuisdheid van haar jeugd geweest en hij moest t maar niet al te treurig opnemen, hij zou er wel over heen komen. Oom Frans kwam er ook overheen. Hij werkte, werkte als een paard en 't lot onderwierp zich aan die onvermoeide handen hij had zijn carrière gemaakt. Maar in die drie jaar was in hem de liefde gebleven, de liefde voor dat oppervlakkige, elegante vlindertje, dat hem zoo wreed dien jongen droom verwoest had en die hem zoo leeg en hol en treurig had gelaten. Toen moest hij opeens wegens ziekte naar Europa terug. 172

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1918 | | pagina 200