KS
De menschen moesten niet langer midden in t dorp
begraven worden, dat was onhygiënisch en 't werd daar te vol.
Hij wilde een nieuw kerkhof buiten t dorp, een heel mooi
kerkhof met wandelpaden en treurboomen.
En dat oude krot van een huis moesten ze afbreken,
vond hij, daar kon hij niet studeeren, 't was er vochtig en
schimmelig. En die beroerde klopper kon hij niet hooren,
't maakte hem nerveus. En dan die nauwe gang en die
hokkerige kamertjes Neen dat kan zoo niet, er moest een
nieuw mooi huis komen, met groote vensterruiten en een
mooie breede gang, met ruime kamers.
't Moest een verdieping hooger zijn dan dit en bij de deur
moest een electrische bel zijn, net als bij t huis van den dokter.
De menschen gaven hem zijn huis en braken t ander
af. Misschien zou hij dan niet meer spreken van een ander
kerkhof, want dat was 't ergste. Want om de kerk lagen
vader en grootvader en daar wilden zij ook liggen, daar
en nergens anders, allen in den dood vereenigd.
Toen 't nieuwe huis er was in roode steen, verwonderde
zich iedereen, dat iemand dat mooi kon vinden, want t was
daar als een ontheiliging naast die kerk en die toren, als
een nieuwgeadelde in een gravengroep.
Maar 't ergste was geweest, dat voortaan buiten 't dorp
hun dooden werden neergelegd, ver van de verwanten en
ver van de kerk.
En als s nachts ze kwamen, om den geestelijke te halen
bij t bed van een, die daarheen gaan zou, vonden ze dat
t veel langer duurde, voor dat de electrische bel werkte,
dan vroeger de klopper.
En lang wachten en bellen ze soms voor de nieuwe
deur open gaat.
_j3Lion-
182