cfi Stemming. Met gulden stralen, tintelend van de rood rose vermiljoen deeltjes, die zweefden door de stille, zwijgende-natuur, ging de zonne onder, zich schuil houdend achter de takken der lispelende boomen, welke door het zacht ineenvloeiende kleureffect glinsterden van zilver-lachende bloesems, hun laatsten glans over deez* aarde zendend. Stil was de natuur, eenzaam klonk de laatste wiekslag van een verdwaalden vogel, die het nest zocht, in de steeds dichter wordende duisternis. Het ruischen der takken, fluisterend tegen elkander een lied van den nacht, trillend door het laatste zuchtje, dat over de aarde streek, stemde droef, en het was, of met dezen nieuwen nacht een wondere wereld van sterren- geklater en zilverlicht oprees. Wondervol streek dit laatste zuchtje langs mijn vermoeid hoofd, dat nederviel op een groene bank van zacht, mollig mos het gaf me kracht, nieuwen moed in dit leven, zoo diep en vol leed voor een elk. Lang, oneindig lang, gloeiden mijne slapen, en ik voelde het brandende leed der liefde maar toen besefte ik, hoe ook de dag stille afscheid nam van deze aarde, begreep ik hoe mijn lief zich verwijderd had, en ik zuchtte diep, ging heen in het volle leven, weder uit de zwijgende natuur, die me mijn rust wedergegeven had Eté. 188 ar-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1918 | | pagina 218