Oorlogsleed. s'Avonds was het regiment in het plaatsje aangekomen, en nu zaten de soldaten in hun kwartieren, en vroegen aan de burgers, die, opgezweept door fantastische verhalen over den vijand, angstig hen aanstaarden, om wat eten, en om gauw te mogen gaan slapen, want ze waren zoo hongerig en moe Ook Heinrich zat in zijn kwartier. Hij had het getroffen een aardige villa was het, even buiten het dorp. En toen hij had aangebeld had hem open gedaan, een mooi blond meisje, met een paar angstige verschrikte oogen. Het was ook al avond, en alles zoo vreemd in oorlogstijd. Maar toen hij had verteld, dat hij hier in kwartier moest zijn, had zij hem naar dit aardige kamertje gebracht, waar door de openstaande ramen de heerlijke boschlucht binnen stroomde, die lucht, die hem zoo deed herinneren, aan de lucht daar ergens ver in zijn vaderland, waar zijn ouders woonden in de eenvoudige dorpspastorie. Later had hij ook haar moeder leeren kennen, en zij hadden gevraagd, of hij soms samen met hen het middag maal wilde gebruiken. En dat had hij gedaan, en alles was zoo vertrouwelijk en huiselijk geweest, als had hij thuis gezeten en niet ergens ver in vijandelijk land. Daarna had hij met Mary, zoo heette het meisje, in den uitgestrekten tuin gewandeld en over de tooverachtige door de maan verlichte boschpaden En ook de volgende dagen waren zij steeds samen ge- 194

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1918 | | pagina 224