yjj
195
weest, en ze hadden gepraat, heel ernstig en lang, overCT
kunst en muziek, waar ze beiden zoo veel van hielden,
over alles, behalve over den oorlog, daar wilden ze niet
aan denken.
En beiden voelden, dat ze van elkaar waren gaan houden
den korten tijd, dat ze samen waren geweest. Maar hij
wilde het nü nog niet zeggen, nu hij daar onder zulke
vreemde omstandigheden nog m huis was
En lang had hij omgekeken, naar dat witte huis in den
boschrand dien morgen, toen de rustdagen weer voorbij waren,
en het regiment verder had moeten trekken naar het front
Een week lang had het regiment weer gemarcheerd.
Over uitgestrekte heivelden en door kleine dorpen waren
zij gegaan, door donkere bosschen en groote steden, overal
hadden de lange, grijze, met stof bedekte colonne s, zich
voortgezwoegd. Kort waren de nachten geweest, en uitge
put waren de manschappen 's avonds op hun meestal arm
zalige legersteden neergevallen.
Ook Heinrich had meegemarcheerd aan den staart van
zijn compagnie.
Onbewogen en koud was hij gebleven, bij het doortrek
ken van de heerlijkste streken, of bij het zien van de ruïnes
van dorpen, waar reeds gevechten waren geleverd. Want
zijn gedachten vertoefden slechts op die ééne plaats, bij
dat huis daar in den boschrand, waar dat blonde meisje
woonde, dat meisje, dat hij nog maar zoo kort kende, en dat
toch zoo'n diepen onvergetehjken indruk op zijn gemoed
had gemaakt.
En het regiment was in gevecht gekomen, en dooden
en gewonden waren neergevallenEn hij had zijn
plicht als officier gedaan naar voren had hij zijn man
enra