4f Wat was zij toch klein, zooals ze daar lag, nog lang niet een volwassen kat, nog lang niet. In een bui van groote vertrouwelijkheid begon ze op een middag mijn voorhoofd te likken, en toen ik haar streelde, meende ik te voelen, dat zij grooter was dan anders, en streelde voor zichtiger en nauwkeuriger. Wat was het? Had zij zes pootjes Ik lichtte het tafelkleed wat op, en in het schemer licht zag ik, dat er twee heel kleine, teere katjes hij Mieke lagen. Mieke lag mij aan te kijken, en in het ons zoo vertrouwde schemerlicht zagen die beide oogjes mij aan, met iets gelukkigs lichtend in hun blik. Er zeide mij iets, dat ik niet weg mocht gaan, en ik ben stil naast het jongen poesen-moedertje blijven liggen, met haar linker voorpootje in mijn hand. Ze lag stil, heel stil, alleen zoo nu en dan voelde ik scherpe nageltjes in mijn vleesch dringen, en ze keek mij aan, alsof ze pijn had. Toen ik na een uur weer keek lagen er vier kleine poesjes. Ik begreep, waarom mijn vriendinnetje niet meer boven gekomen was de tocht was haar wat zwaar gevallen maar zeker was ze op weg geweest, zonder dat ze het volbrengen kon. Moest dat kleine, teere wezentje vier jongen voeden Daar was zij toch immers veel te zwak voor Gelukkig voor haar, waren den volgenden morgen al twee jongen dood, die ik stil begraven heb onder den dennenboom. Mieke scheen te begrijpen, wat dood was toen ik het kuiltje gemaakt had, en naar boven ging om de twee, nog blinde diertjes te halen, kwam zij nu naar den tuin. En ik legde de jongen in het kuiltje en Mieke stond op, en bleef, nadat ze mij een kopje gegeven had, tegen mijn hand staan, besnuffelde de twee lijkjes nog even, _en daarna wierp ik heel zachtjes de aarde weer terug. Ik 151

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1919 | | pagina 173