C. S. September 1918.
I.
Ik wist wat Liefde was
Ik had geliefd! Geleefd dus met Geluk!
En had de liefde in volle stroomen
Genoten en genomen.
Tot donk're wolken,
Als vijandige volken,
Trokken op.
Als donkre gevaren
Zij kwamen naren
Kop na kop.
Nu was het heen
Ik zocht en wrocht,
Maar hoe 'k ook vocht,
't Geluk blééf heen.
Ik wist niet hoe,
Niet waar naar toe,
Ik stond alleen.
161