ss
Lp
De manschappen van de derde sectie zijn (nogmaals,
het doet er niet toe wat ze zijn, volgens Zijn Hoogedel-
gestrenges concrete opvatting maar de epitheta van den
kapitein waren vleiende en streelende versierselen vergeleken
bij Majoor s oordeel) en de guides zijn houten poppen,
boenders, nondiscripte kaffers enz. enz.
E. v. L. de J.
Soms staat de derde sectie verdwaald op een hoek van
het plein alsof ze er heelemaal niet bijbehoorde. Soms
staat ze midden in het tumult en belemmert de andere
sectiën in hunne bewegingen.
En de kapitein dondert, en de majoor bliksemt. En Zijn
Hoogedelgestrenge spreekt een hartig woordje tot besluit.
En de sectiecommandant wordt apart geroepen en ook
extra welwillend toegesproken.
Dan wreekt Schurrefie, de raslooze, al dien smaad, zijn
sectie aangedaan.
Van achteren nadert hij den majoor opgewekt en kwis
pelend met zijn staart, die schijnbaar niet van hem is even
besnuffelt hij de keurige, glimmende rijlaarzen, omdat dat
er nu eenmaal bijhoort, omdat al zijn vaders dat zoo plachten
te doen. En dan Hoch das Bein
De derde sectie is gewroken
167