j I was zijn eer verloren, dan zou hij ontslag vragen en moest hij Charlotte vaarwel zeggen Neen dat kon, dat mocht niet gebeuren. Plots zag hij nog een enkele lichtstraal in deze sombere chaos van gedachten en zijn gezicht klaarde op om dadelijk weer dien moedeloozen glans aan te nemen van iemand, die wanhoopt aan alles Maar toch, hij zou het probeeren. Het was immers zijn laatste redmiddel. Morgen zou de groote cross-country plaats hebben, waar hij als jong cavalerie officier voor het eerst aan zou deelnemen. Dat was zijn laatste hoop, een hoop zoo onzeker tegenover de geroutineerde oudere collega's, dat ze bijna geen hoop was. Allerlei gedachten doorkruisten zijn brein. Zijn hart bonsde en zijn arme hoofd was als een bran dende oven, zijn slapen gloeiden en zijn oogen stonden mat, maar de hoop deed hem leven en zijn eer stond immers op het spel Nog gauw zou hij even naar de stallen gaan, het was immers toch al donker, niemand zag hem en reeds klonk zijn onzekere stap, die hem naar zijn lievelingsdieren zou leiden. Daar was hij er reeds en zag zijn trouwe paarden staan, ook de oppassers waren nog druk bezig zijn Royal Black in goede conditie te brengen voor den dag die komen zou en beslissen moest over zijn lot. Het trouwe dier stond daar, rustig, niet wetende dat het over de toekomst van zijn meester beslissen zou en Karei werd weemoedig ge stemd toen hij het gehinnik hoorde van zijn dier en vluchtte weer weg in den donkeren avond, in de koele natuur, die zijn verhit hoofd kalmeerde ~|_i Dien nacht sliep Karei slecht. Onrustig woelde zijn ver-Cj- 171

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1919 | | pagina 193