sr~ if
mra
moeid hoofd in de kussens rond en dacht, vreesde hetgeen U
morgen komen zou.
Moedeloos zonk tenslotte het verwarde brein neer en
een korte slaap verkwikte eemgszins het afgebeulde zenuw
gestel.
In die korte periode van rust kreeg Karei een droom,
die hem redden kon. Allerlei visioenen vertoonden zich aan
zijn oog, reeds zag hij zich zelf den eerepalm der over
winning wegsleepen en hij was gered, voor altijd
Maar de ontgoocheling volgde spoedig. Met een schok
werd de ongelukkige wakker, tastte om zich heen, sprong
uit zijn bed, angstig rondziende, een horloge grijpend om
te zien hoe laat het was.
Het was nog donker, vier uur wezen de wijzers, de
nacht duurde nog voort en langzamerhand daagde de zonne
in het Oosten als voorbode van den naderenden dag.
Hij kon niet meer slapen, de gejaagde Karei en vlug
kleedde hij zich, hij moest weg, naar buiten, uitrazen moest
zijn vermoeid lichaam in het licht der opkomende zon.
Maar tegelijk met het rijzen van die zon kwam in zijn
geest een duivelsch plan op, een plan geschikt voor hen,
die de wanhoop nabij zijn, voor hen die de wereld vreezen.
Als hij zijn „Black" eens een inspuiting gaf, nu was het
nog vroeg genoeg, over uren zou het pas beginnen te
werken en zijn „Black" zou hem dan zeker de overwinning
bezorgen.
Ja, hij weifelde niet lang en nam zijn caffeine spuitje
en ging reeds, vloog bijna naar de stallen om zijn plan te
volvoeren
Daar stond hij, vlak tegenover zijn „Black" de stal
was nog in half-duister gehuld en alles vertoonde zich nog
.aan zijn oog in een nevelachtig-waas. Maar, wat hij helder
172