173 zag dat waren de schitterende oogen van zijn trouw dier, ze fonkelden in het vage licht en keken hem onheilspellend aan. Het was of het arme dier iets vermoedde van hetgeen zijn meester zoo dadelijk zou gaan doen. Karei werd angstig te moede en toch moest het ge beuren, het gold hier zijn eer En daar zou het noodlottige geschieden, reeds haalde hij zijn spuitje te voorschijn en zocht in de schemering naar de geschiktste plaats om de inspuiting te doen plaats hebben. Elet stond hem tegen, maar het moest immers. Zijn eer, ja zijn eer moest gered worden. Zijn hand trilde, (het spuitje slingerde heen en weer) en besluiteloos stond hij nog een oogenbhk. Daar hinnikte plots het paard en keek hem met zijne trouwe oogen nog eens aan en het was of ze vroegen om het niet te doen, en die blik, ja, hij ont zenuwde Karei en rinkelend viel het spuitje neer. Weer hinnikte het edele dier, maar het was of dit geluid anders klonk, het was een geluid van dankbaarheid dat Karel's oor trof en weer ontvluchtte hij de stallen, als den avond te voren Vroolijk wapperden de vlaggen van de tribune op het ren-traject en een bonte menigte bewoog zich rondom het punt, waar de paarden verzameld waren, voor den komen den strijd. Tusschen de menigte bewoog Karei zich met Charlotte bleek was zijn gelaat, zenuwachtig zijne trekken en zijn gang was niet zoo vast als anders. Daar ging de bel voor den start. Nog één blik met Charlotte wisselde hij en dan begaf de jonge officier zich naar zijn „Black Nog een streehng over den hals van zijn lievelingsdier en toen zat hij in den zadel. r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1919 | | pagina 195