7 Als in een roes bracht hij „Black" naar de stallen. Hier trof de blik van het afgematte dier hem, maar nu vluchtte hij niet weg, neen nu legde hij zijn arm om den hals van het paard en liefkoosde het edele dier, dat hem gered had, hem en Charlotte. Eté. 175 naar zijn collega, die tot dicht bij de streep hem alle illusies* ontnomen had en hij zag dat ruiter en ros terneer lagen op den grond, het paard met rood doorloopen oogen en zijn berijder angstig daarbij liggend. De caffeine bij hem had gewerkt, maar was te vroeg uitgewerkt het vergif was Karel's geluk geweest zijn eer was gered Een traan blonk in zijn oog, toen de staldeur dichtsloeg. ss

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1919 | | pagina 197