ffe s
3t__
Juli '17
182
De dichter twijfelde, en dacht. En dronk.
En eenige dagen gingen voorbij, heel stil
Wie hem nü zou vragen, of hij nog wel eens een wan-
hopig besluit had genomen, zou een medelijdenden glimlach
tot antwoord krijgen en misschien de woorden
„Och kom, men bedenkt zich nog wel eens
Maar van zijn droom vertelt hij nooit.