Ss
Herinnering.
En m'n oog wordt getroffen door een jonge vrouw maar
203
Buiten plast de regen neer op den vocht-doortrokken
zandweg en wischt uit alle indrukken. Diepe groeven,
wagensporen, vullen zich geleidelijk met een breiïge massa;
oneffenheden, uitstekende punten, slijten weg in zacht-
heensiepelende plasjes
En kalm, niet bewust van den indruk dier in-het-kleine-
werkende krachten, stapt de enkele voorbijganger in de
schemerende triestheid voort met haastende schreden, de
hak beraden plantend in den slibberigen bodem.
Droomerig, in gedachten, zit ik voor 'et venster, en voor
m'n bewaasde oogen trekken als eenzame, zwarte vlekken
die late wandelaars voorbij.
Plotseling, een stilte-storing door schel honden-gejank
en met z n hel-wegschichtende snelheid verblindt mij een
blauw flikkerende bliksemstraal, die, schier-oogenbhkkelijk
gevolgd door een zwaarbulderenden slag, me een rilling
over den rug jaagt, en m'n lichaam in verklamming doet
opschokken.
Dan, na één oogenblik van zwak-voelen, kijk ik, bijna
onwillekeurig, weer naar buiten, om te zien, of zich in den
steeds-dikker-neergietenden regen nog menschelijke gestalten
afteekenen
niet haar zie ikHet is slechts d'intense angst die
tot mij spreekt uit 'er star-blauwe oogen
Klaarblijkelijk versuft door die opeenvolgende verschrik-