heer op den dag zelve niet aanwezig kon zijn. De prijsuitdeeling
geschiedde door den Eerste-Officier in de receptiezaal en uit
de woorden hierbij gesproken bleek ons, dat wij op den goeden
weg waren, om ons doel te bereiken, namelijk de schietsport
op de Academie in eere te herstellen.
In de eerste plaats was het resultaat bevredigend voor de
leden der vereeniging daar I1 in den klassewedstrijd den
eersten en Iri den tweeden prijs behaalde. In den personeelen
wedstrijd werd de 1° prijs behaald door den cadet-korporaal
L. H. Kloprogge, de 2° door den cadet-sergeant C. W. J.
Bruens, terwijl nog een vijftal prijzen door verschillende andere
cadetten worden gewonnen.
Het begin van den nieuwen cursus 19181919 bracht ons
een veertiental nieuwe leden, waardoor het aantal steeg tot
drie en twintig.
Bijna iedere week werd geoefend, vooral ook met het oog
op de scherpschuttersproef, welke begin 1919 gehouden zou
worden.
Slecht weder en defecte banen waren oorzaak dat het afne
men der proef lang duurde, hetgeen echter niet wegnam, dat
verschillende cadetten slaagden en wel de cadetten-sergeant
L.J. M. Defize, jhr. F. L. G. Leijssius en L. H. J. Kloprogge.
Aan deze proef was tevens verbonden een wedstrijd om een
wisselkruis voor den besten cadet-scherpschutter, uitgeloofd
door den Beschermheer, hetwelk werd gewonnen door den
cadet-sergeant Jhr. F. L. G. Leijssius.
In FebruariMaart volgde een onderlinge strijd met marga-
patronen om een vijftal prijzen, waarbij de cadet-korporaal
E. J. Stegeman den len prijs behaalde.
15 Maart 1919 vierde de vereeniging haar één-jarig bestaan.
In de jaarvergadering werd de Beschermheer gehuldigd en hem
door het bestuur, namens de leden, een blijvend aandenken
aangeboden. Voor cadetten van de Infanterie O. I. L. werd
toen gelegenheid opengesteld als lid toe te treden, waarvan
94