Maar dit zou niet de eerste feestelijkheid zijn van „Quo Vadis?". Toen de I-accenters in Nijmegen gedetacheerd waren, konden zij den lust niet weerstaan in „de Vereeniging" een dansavond te organiseeren. Het was in de bovenzaal van „de Vereeniging" waar, na een keurige welkomstrede van den voorzitter, een geanimeerd bal begon. Ik weet niet, of ik te veel zeg, maar ik geloof wel, dat de avond geslaagd is, te oordeelen naar de meening van verscheidene Nijmeegsche jongedames. Alzoo is „Quo Vadis?" haar festijnen begonnen in Nijmegen en komt nu „het Haagje" aan de beurt. Ik eindig met de hoop, dat een ieder, die dit verslag leest en 24 December heeft meegemaakt, zich dien avond niet heeft verveeld en wederom medewerking zal verleenen tot het slagen van een volgende fuif, opdat de bloei van de jonge vereeni ging „Quo Vadis?" zoo groot mogelijk worde. Namens het Bestuur, De Secretaris. 105

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1920 | | pagina 129